Zoeken in deze blog

zondag 12 juni 2016

Tien lessen over optimale publieksparticipatie uit Brussel

In juni publiceerde MMNieuws een speciale editie naar aanleiding van de BMC-cultuurconferentie over participatie en community-building. In mijn artikel voor MMNieuws schets in de manier waarop poppodium Ancien Belgique in Brussel de zaken aanpakt. Mede op basis hiervan formuleer ik tien belangrijke lessen voor een optimale publieksparticipatie online:
  • Interactie gaat verder dan participatie: echte betrokkenheid van het publiek betekent bijdragen aan programmering en content;
  • Een community is niet statisch, het werkt alleen als dynamische vorm. Daarbij liggen vier factoren aan de basis van iedere community: gevoel van lidmaatschap, gevoel van invloed, vervulling van behoeften en een emotionele connectie;
  • De meeste mensen geven met tegenzin feedback. Er moet een beloning zijn, een professioneel of persoonlijk belang. Die beloning zit al in het tonen van de feedback (zichtbaarheid) en de reacties daarop. En kan ook zitten in een beloning als backstage bezoek bij een favoriete act;
  • Anonimiteit werkt niet. Meningen zijn interessant als ze van specifieke personen afkomstig zijn. Het internet staat bol van de marketing. Een authentieke opstelling werkt sterk onderscheidend. De persoonlijke noot is van groot belang;
  • Het geven van feedback moet tot reacties leiden. De belangrijkste reden waarom discussies dood slaan (wat bijvoorbeeld vaak gebeurt op LinkedIn) is het gegeven dat er onvoldoende respons komt. Het is dus belangrijk om discussie te blijven voeden en commentaren van reacties te voorzien;
  • Het stimuleren van een goede online discussie vergt een inventieve moderator die de sfeer van een buurtkroeg weet te creëren, waar iedereen zich op z’n gemak voelt en iemand die herrie schopt meteen buiten wordt gezet;
  • Echte discussies over kunstuitingen vinden niet plaats op recensiesites. Ze vinden plaats op de websites van kranten en van podia en op Facebook;
  • Serieuze kritiek moet ernstig worden genomen en zowel publiek als privé beantwoord worden;
  • Online en offline vormen twee zijden van dezelfde medaille. Een echt sterke community maken, duurt jaren en lukt alleen door beide kanten optimaal te benutten;
  • Ook interactie offline behoeft structuur: als publiek backstage wordt uitgenodigd, moet dit een duidelijke structuur hebben. Bijvoorbeeld met een inleiding, een nagesprek, een interview, of een mogelijkheid concrete vragen aan te leveren. Actieve moderatie offline werkt heel goed, maar is wel arbeidsintensief. 
Met deze tien stappen kan iedere culturele organisatie werken aan een grotere publieksbetrokkenheid. Het zou interessant zijn als meer traditionele instituten zoals theaters, musea en bibliotheken actief en welbewust met een aantal van deze tips aan de slag zouden gaan.

vrijdag 10 juni 2016

Vrijwilligerswerk: een maatschappelijke trend en noodzaak. Ook in de bibliotheek

Door Francien van Bohemen en Cor Wijn

De bibliotheek is van iedereen. Vele Nederlanders, zo'n zes miljoen, maken er regelmatig gebruik van. En bijna vier miljoen Nederlanders zijn lid. Mensen willen iets voor de gemeenschap betekenen en zich verbonden voelen met de gemeenschapsvoorziening die de bibliotheek vormt. Vrijwilligers melden zich vaak spontaan.

Vanouds maakt de openbare bibliotheek veel gebruik van de inzet van vrijwilligers. De bibliotheek is immers de meest publieke voorziening die we kennen. De hogere leeftijd die mensen in goede gezondheid bereiken is een groot maatschappelijk potentieel. Veel burgers zetten zich graag in als vrijwilligers in de samenleving en dus ook in de bibliotheek. En de bibliotheek maakt graag gebruik van vrijwilligers om nog meer verbonden te zijn met de lokale gemeenschap. De vrijwilliger is cultureel en sociaal kapitaal¹.

De bibliotheek verandert
Met ingang van de bibliotheekwet (Wsob) heeft de bibliotheek vijf functies gekregen. Die vijf functies zijn: lezen en taal, informatie en informatievaardigheden (incl. digitale vaardigheden), educatie en samenwerking met het onderwijs, cultuur en als laatste, ontmoeting en debat. Het vak van bibliothecaris gaat al heel lang niet meer over boeken uitlenen. Dat uitlenen gebeurt tegenwoordig met zelfservice-machines. De bibliothecaris organiseert tegenwoordig activiteiten, in 2014 zo'n 72.000 in heel Nederland, veelal met een educatief karakter². De bibliotheek is er immers voor iedereen, om wijzer te worden. En leren gaat tegenwoordig op heel veel manieren.

Andere inzet
Met de nieuwe Participatiewet zetten bibliotheken ook om andere redenen vrijwilligers in. De bibliotheek fungeert als uitvoeringsplaats van de Participatiewet. Daarmee komen de professionele krachten in de bibliotheek voor nieuwe taken te staan om de via deze wet binnenkomende vrijwilligers te begeleiden.
De bibliotheek werkt ook graag samen met vrijwilligersorganisaties die specifieke doelen nastreven die samenvallen met de kerntaken van de bibliotheek. Voorbeelden daarvan zijn de samenwerking met o.a. de Voorleesexpress, de Taalmaatjes van de Stichting Lezen en Schrijven en vrijwilligersorganisatie Het begint met taal. Vrijwilligers vervullen op dit moment een cruciale rol om in bibliotheken vluchtelingen de Nederlandse taal te leren. Meer en meer ook worden vrijwilligers geschoold om hun taken te verrichten. Deze taken worden niet alleen verricht in de bibliotheek, maar ook bij mensen thuis. Dat stelt specifieke eisen aan vrijwilligers.

Bezuinigingen en cao
Bezuinigingen na de financiële crisis hebben gemiddeld ruim 20% van het budget van bibliotheken afgehaald³. Minder geld betekent keuzes maken. Reorganisatie van het bibliotheekwerk is gaande. Op veel basisscholen worden nieuwe bibliotheekconcepten voor samenwerking met het onderwijs gemaakt. De bekendste is De Bibliotheek op school. Tussen 2000 en 2015 werd in bijna 3000 van de 6700 basisscholen een Bibliotheek op school ingericht. Daar zit geen bibliothecaris meer. De leerlingen en leerkrachten helpen zichzelf en hebben een beperkte ondersteuning in uren van een leesconsulent die vaak meerdere scholen bedient.

De bezuinigingen leiden ook tot omvormingen van de lokale bibliotheek. De bibliotheek transformeert van uitleenbibliotheek naar een centrum van activiteiten. Dit vergt andere kwaliteiten van het personeel. In de cao Openbare Bibliotheken is een afspraak met de vakbonden gemaakt om het professionele personeel in de formatie in tact te laten in het licht van de inzet van vrijwilligers in de bibliotheek. De cao afspraak keert zich niet tegen de inzet van vrijwilligers en bevordert de inzet van professioneel personeel in de bibliotheek. Dat kan betekenen dat de professionele staf andere taken gaat verrichten en er bijvoorbeeld voor voorlezen in de bibliotheek voor specifieke doelgroepen, of het openhouden van kleinere vestigingen, of het aan huis bezorgen van bibliotheekmaterialen vrijwilligers worden ingezet [4]. De afgelopen jaren kromp het personeelsbestand van bibliotheken in fte's van 5220 naar 3650. Deze daling van 1570 fte's is bijna 30%. De groei van de vrijwilligers omvatte 230 fte's. Vrijwilligers zijn gemiddeld zo'n 2 uur per week actief voor de bibliotheek. Deze groei van fte's staat voor de uren van ruim 10.000 vrijwilligers.

Transitie
Zo is de Bibliotheek Gouda een goed voorbeeld hoe een transitie gemaakt kan worden. De Bibliotheek Gouda kreeg namelijk een bezuinigingsopdracht van 33%. De drie vestigingen werden omgezet in één. Samen met de drukkerswerkplaats en het archief trokken ze in de oude Chocoladefabriek. Aangevuld met goede horeca werd dit een nieuwe hotspot in Gouda. De Goudse Bibliotheek werd in het jaar na de verhuizing tot Beste Bibliotheek van Nederland verkozen.
De bibliotheek transformeert naar nieuwe vormen en verricht nieuwe activiteiten, doet dat met minder geld en minder gekwalificeerd personeel. Al met al een knappe prestatie.

---------
¹ Maak beter gebruik van vrijwilligers, want zij genereren cultureel en sociaal kapitaal – Cees van den Bos, 18 juni 2016
² Helft activiteiten bibliotheken gericht op educatie - CBS, persbericht 20/11/2015
³ Onderzoeksrapport ‘Ondernemerschap in een veranderend subsidiebeleid’ - door Panteia in opdracht van de Koninklijke Bibliotheek, 2015
Vrijwilligers in de bibliotheek - Stichting BibliotheekWerk, 2014