- Bepaal wat er bereikt moet worden. Bijvoorbeeld: gaat het om het vereenvoudigen van de uitvoering, om het realiseren van matchingsconstructies of om het doorbreken van de gevestigde orde?
- Zoek partners in particuliere hoek. Denk aan de gekende fondsen, maar zoek ook naar onbekende fondsen die tot dusverre in de luwte opereerden.
- Organiseer draagvlak: leg aan de volksvertegenwoordiging voor wat er bereikt moet worden en hoe dit in zijn werk kan gaan, maar neem ook het culturele veld mee in het proces.
- Wijs een kwartiermaker aan. Fondsen komen er niet vanzelf, zeker niet als het ppp-constructies zijn die gebouwd moeten worden.
- Zoek een voorzitter die als boegbeeld en ambassadeur kan dienen. Zeker in de beginperiode is dit van groot belang.
- Regel de backoffice. Een goede administratieve organisatie is essentieel voor een fonds. Kleine fondsen kunnen wellicht gebruik maken van de diensten van een grote broer.
- Bepaal de modus operandi. Wordt er gewerkt met een matchmaker? Kunnen er aanvragen worden gedaan? Wie beoordelen er? Communiceer over de werkwijze met politiek en cultureel veld.
Iedere opdrachtgever weet wat hij wil. Maar niet iedere opdrachtgever weet wat er nodig is. Het verschil daartussen is de waarde die ik toevoeg. Bij bureau Berenschot werk ik als adviseur en interim-manager in de culturele sector. Ik wijs de weg, help en zorg dat als een opdracht is voltooid, de situatie beter is dan toen ik kwam. Mijn drijfveer is om overheden en culturele organisaties verder te brengen. Met deze blog deel ik mijn ervaringen, inzichten, tips en adviezen.
Cor Wijn - Interimmanagement & cultuurbeleid
Zoeken in deze blog
dinsdag 26 mei 2015
Zeven stappen op weg naar een cultuurfonds
In MMNieuws van deze maand
schrijf ik over cultuurfondsen. Het is een kleine expeditie door het
woud aan vormen en initiatieven. Opvallend vaak bereikt ons de laatste
tijd de vraag of we willen helpen bij het opzetten van een publiek of
publiek/privaat cultuurfonds. Waarom dit verschijnsel momenteel zo'n
grote vlucht neemt beschrijf ik in het artikel. Overheden die er over
nadenken om van een cultuurfonds gebruik te gaan maken, adviseer ik
zeven stappen te zetten:
zaterdag 9 mei 2015
Tien mogelijkheden voor kostenreductie bij theaters

Theaters hebben het moeilijk. Onder de kop ‘Crisis in het middelgrote theater’ schreef De Volkskrant op 30 april jl over de overlevingsstrategieën van podia. Oorzaak van de crisis: bezuinigingen van gemeenten. Jammer dat de krant zo tekort schoot, zowel qua diagnose als qua oplossingsrichtingen (“mixen, switchen, doorzetten of sneuvelen”). Ten eerste omdat er meer aan de hand is dan alleen gemeentelijke bezuinigingen, ten tweede omdat de journalist ten onrechte de zalen met 200 stoelen typeert als ‘middelgroot’ (en daarmee de problematiek vertekent) en ten derde omdat de krant bij de oplossingen alleen oog heeft voor de programmering, terwijl er ook aan de knop van de bedrijfsvoering kan worden gedraaid.
Bij middelgrote theaters (500-750 stoelen) zien wij momenteel de volgende knelpunten.
- Het ontbreekt aan doelstellingen, een strategisch plan en financiële reserves;
- De (geslonken) subsidie is vaak net voldoende voor het dekken van de gebouwgebonden kosten;
- Gemeenten willen dat de culturele organisaties lokaal meer gaan samenwerken en soms opgaan in één bedrijf;
- Er is minder hoogwaardig gesubsidieerd (lees: goedkoop) aanbod;
- De toegangsprijzen voor het culturele aanbod worden (te) hoog.
- Versterk de financiële en organisatorische slagkracht op bestuurs- en directieniveau;
- Kijk naar de manier van afschrijven van het gebouw. Afschrijvingen pakken lager uit over een langere periode (bijv.40 in plaats van 30 jaar). Ook kan de afschrijving plaatsvinden op basis van restwaarde in plaats van naar nul. Een andere optie is de boekwaarde van het gebouw naar beneden bij te stellen. Een combinatie van deze opties is natuurlijk ook mogelijk.
- Vervang vaste betaalde krachten door freelancers en vrijwilligers. Met name aan de inzet van vrijwilligers kunnen theaters meer doen. Zie het voorbeeld van de poppodia.
- Pas de programmering aan. Laat publieksgroepen zelf programmeren en bezoekers werven (zie het voorbeeld van de Deventer);
- Koop gemeenschappelijk in. Ervaringen van theaters die gemeenschappelijk inkopen laten zien dat dit kostenbesparing oplevert;
- Besteed de programmering uit, bijvoorbeeld aan een impresariaat of een theater uit de regio. Voordeel: het gebouw blijft in gebruik. Er worden geen onomkeerbare stappen gezet.
- Besteed de volledige exploitatie uit aan een andere (culturele) exploitant. De uitbesteding kan desgewenst plaatsvinden op tijdelijke basis;
- Ga over tot beperkte sluiting: een aantal avonden in de week en/of een aantal weken eerder in het seizoen;
- Als er voorlopig geen exploitatiebudget is: sluit in afwachting van betere tijden. Voordelen: tijdelijk geld besparen/reserveren om plannen te kunnen maken en later een goede doorstart te kunnen maken;
- Als er geen exploitatiebudget is en sluiting politiek niet acceptabel is: oriënteer op hoog-commerciële activiteiten. Dat betekent dat er geen culturele voorstellingen (professioneel danwel amateur) zullen plaatsvinden omdat deze geen rendement opleveren.
Abonneren op:
Posts (Atom)