Als
culturele organisaties hun huisvesting gaan delen dienen zich altijd een aantal
spanningsvelden aan. De belangrijkste is die tussen de hooggestemde verwachting
over de meerwaarde van de samenwerking en de weerbarstige uitvoeringspraktijk
van alledag. Deze spanning manifesteert zich vaak tussen de subsidiërende gemeente
en de culturele organisaties, maar ook geregeld tussen de organisaties
onderling. Een ander spanningsveld is die tussen mogelijkheden die een nieuw
gebouw biedt en de hoge huisvestingslasten die hiermee vaak samenhangen. Ook
een spanningsveld is die tussen de gewenste culturele programmering en de
benodigde commerciële inkomsten, vooral uit horeca. En wat te denken van het
spanningsveld tussen de behoefte aan een eenduidige aansturing van het geheel
versus de afzonderlijke belangen van verschillend geaarde organisaties?
Evenwichtige
behandeling
In
de Handreiking Krachtige Cultuur Kernen gaan Joris Kok en zijn
mede-auteurs systematisch in op de diverse aspecten die samenhangen met het tot
stand brengen van een cultureel samenwerkingsverband. Daarbij besteden zij
aandacht aan de veronderstelde meerwaarden, de manieren om tot een productieve
samenwerking te komen, de zaken die komen kijken bij het (ver)bouwproces en aan
diverse organisatievraagstukken. De casuïstiek is daarbij vooral afkomstig uit
het domein van de (samenwerking tussen) kunstencentra, bibliotheken en
volksuniversiteiten, al komen ook theaters en musea aan bod als
samenwerkingspartners.
De
gesignaleerde spanningsvelden manifesteren zich ook in de publicatie.
Regelmatig wordt er op twee gedachten gehinkt. Gelukkig zijn de auteurs zich
hiervan ook bewust. Zo worden de voordelen van samenwerking en van multifunctioneel
gebouwgebruik beleden, maar worden ook de voetangels en klemmen benoemd. Op die
manier wordt een goede balans gevonden tussen enerzijds het promoten van de
voordelen van multifunctionaliteit en anderzijds het beschrijven van de
moeilijkheden en de valkuilen.
Fusie
en andere samenwerkingsvormen
Op
sommige onderdelen is de publicatie wat onprecies. Zo wordt slechts mondjesmaat
aandacht besteed aan de btw-kwesties die kunnen spelen bij (ver)bouw en
exploitatie. En wordt er geen onderbouwd oordeel uitgesproken over de
fundamentele keuze tussen het uitvoeren van de horeca in eigen beheer en het
uitbesteden ervan. Ook wordt de gemeente automatisch (en dus wat al te
makkelijk) in de positie geplaatst van gebouweigenaar, terwijl in de praktijk soms
ook andere actoren die rol vervullen. Voorts is de manier waarop over de meest
geschikte organisatievorm wordt gesproken niet volledig. Er wordt een vrij
dualistisch onderscheid gehanteerd tussen de bestuurlijke fusie en de
juridische fusie (tussen rechtspersonen), maar de bestuurlijke fusie blijft onbeschreven
en andere samenwerkingsvormen (denk aan het samenwerken op basis van een
overeenkomst) krijgen weinig aandacht, terwijl ik in mijn eigen adviespraktijk
juist ervaar dat hybride samenwerkingsvormen op basis van goede afspraken vaak
vruchtbaarder uitpakken dan gedwongen vormen van fusie.
Verleiding
Gezien
de doelgroep van de publicatie (lokale beleidsambtenaren, raadsleden en
wethouders) is het een goed idee om de publicatie te laten eindigen met vijf
misverstanden rond clustering. Deze misverstanden (bijvoorbeeld: clustering
leidt tot grotere efficiëntie) zijn goed om te benoemen. Door de misvattingen
heen schemeren de spanningsvelden die ik hiervoor aanduidde. Daarbij is het
belangrijk om te onderkennen dat gemeenten vaak druk uitoefenen op culturele
organisaties om in één gebouw te gaan samenwerken, bijvoorbeeld vanwege een
beoogde gebiedsontwikkeling. Voor culturele bestuurders is het dan zaak om te
weten of ze zich hier wel of niet toe moeten laten verleiden. Want als er één
ding duidelijk is, dan is het wel dat culturele clusters een verleiding vormen:
vooral voor politici, stedenbouwers, architecten en adviseurs. En zoals met
alle verleidingen is de kunst ook hier het vinden van een balans tussen hart en
ratio.
NB:
ook nuttige publicaties over dit onderwerp zijn:
- Dijkman,
P. Velen wegen naar het Kulturhus, Amsterdam 2011.
- Van
Leent, M. Publiek vastgoed. Amsterdam 2012.
- Van
Schaik, M. Spaces of culture: A trialectic analysis of the recent
developments of cultural venues, Amsterdam 2018 (binnenkort verschijnt van
dit proefschrift een publieksversie bij NAI Uitgeverij).