Iedere opdrachtgever weet wat hij wil. Maar niet iedere opdrachtgever weet wat er nodig is. Het verschil daartussen is de waarde die ik toevoeg.
Bij bureau Berenschot werk ik als adviseur en interim-manager in de culturele sector. Ik wijs de weg, help en zorg dat als een opdracht is voltooid, de situatie beter is dan toen ik kwam.
Mijn drijfveer is om overheden en culturele organisaties verder te brengen.
Met deze blog deel ik mijn ervaringen, inzichten, tips en adviezen.
Marketing
is voor de culturele sector erg belangrijk. Omdat grote
marketingbudgetten meestal ontbreken, komt het aan op inventiviteit. Het
is dus zaak dat slimme mensen zich met de marketing bezighouden en dat
innovaties zich vlot verspreiden. Daarom zei ik graag ja toen mij werd
gevraagd om samen met Mariëlle Hendriks, Ruben Israël en Anna Elffers
zitting te nemen in de jury van de Cultuurmarketing Scriptieprijs,
onderdeel van de Cultuurmarketing Awards (zie link). Op donderdag 25 juni jl. werd de prijs
voor de eerste keer uitgereikt en wel aan Hassina Bahar voor haar
scriptie over de waarde van de Museumkaart. In het juryrapport lieten we
optekenen dat we de scriptie praktisch en toepasbaar achten en goed
geworteld in de cultuursector. Erg goed vonden we de kritische houding
van de onderzoeker ten opzichte van de bestaande kaart, waarover onder
meer wordt vastgesteld dat zij te goedkoop is.
Prettig is dat de auteur de Museumkaart
in internationaal perspectief weet te plaatsen. De sterke
onderzoeksvraag maakt de scriptie relevant, onder meer vanwege het feit
dat er op dit moment veel (nieuwe) kaarten en abonnementen (Public,
Podiumkaart, CJP) worden geïntroduceerd. Hoewel de auteur geen
aanbevelingen doet, haalde de jury die er wel uit, namelijk: doe eerst
gedegen onderzoek voordat er weer een pas in het leven wordt geroepen. De andere scripties gingen onder meer
over methoden van online marketing, over de beleving en inzet van
merk-waarden, over de betekenis van vriendenclubs, en over de manier
waarop culturele producten ‘geframed’ kunnen worden. Stuk voor stuk
eveneens relevante onderwerpen. Het valt zeer in Cultuurmarketing te
prijzen dat zij met een reeks aan activiteiten probeert de kunst- en
cultuursector te versterken. Deze netwerkorganisatie (er zijn inmiddels
meer dan 5.000 marketeers rechtstreeks of zijdelings bij betrokken)
faciliteert en stimuleert het delen van kennis over communicatie,
marketing en ondernemerschap vanuit de visie dat dit de sector in staat
stelt meer publiek te bereiken.
Hoe
zorg je met cultuur voor een florerend en activerend leefklimaat?
Tijdens de training Cultureel Ondernemen voor Ambtenaren Cultuur (najaar
2015 opnieuw op het programma) wordt gewerkt met actuele voorbeelden
uit de praktijk.
De relatie tussen de lokale overheid en
het culturele veld verandert. Er is minder publiek geld beschikbaar,
terwijl de waarde van een goed cultureel landschap voor gemeenten steeds
belangrijker gevonden wordt. Van het culturele veld wordt steeds meer
ondernemerschap verwacht, maar wat is dat eigenlijk? En welke
instrumenten kun je als overheid inzetten om dit te stimuleren? Welke
instrumenten kan het veld zelf ontwikkelen en welke reële verwachtingen
kan een overheid daarover uitspreken? Programma Dagdeel 1: Een levendige cultuur met schaarse publieke middelen Antwoord
op vragen als : Wat is cultureel ondernemerschap? Hoe ziet de nieuwe
cultuurmarkt eruit? Hoe creëer je een aantrekkelijk aanbod in een
krachtenveld van publieke en private waarden? Dagdeel 2:Ruimte voor ondernemerschap Inzicht in de financiële structuur van instellingen en instrumentarium om daar meer op te sturen. Dagdeel 3: De lokale overheid nieuwe stijl De
gemeentelijke rol verandert van een hiërarchisch opererende overheid,
via netwerksturing, naar een faciliterende en communicatieve overheid.
Wat betekent dat voor het lokaal cultuurbeleid? Hoe kan deze nieuwe rol
strategisch worden ingevuld? Dagdeel 4:Lokaal cultuurbeleid in een nieuwe context Hoe
ga je om met dominante sturingsmechanismen? Wat mag en kan je
verwachten van instellingen? Hoe ga je om met onzekerheid en risico's
van cultuur ondernemerschap? Welke valkuilen zijn er? De training werd in het najaar van 2105
opnieuw gegeven en wordt in het voorjaar 2016 herhaald. Zie voor info
en inschrijven op: de site van Cultuur-Ondernemen.
Cultuurhuizen zijn in de afgelopen vijftien jaar in vele soorten en
maten in Nederland ontstaan. Het zijn multifunctionele gebouwen met
(meestal) een duidelijke inhoudelijke doelstelling. In Olst-Wijhe deed
BMC dit jaar onderzoek naar de effecten van wat daar wordt genoemd het
‘kulturhusconcept’. Dit concept, dat in 2001 werd geformuleerd, draait
om meer dan alleen stenen. Er wordt ingezet op: (a) het verbeteren van
de gemeentelijke dienstverlening aan de burger; (b) het bevorderen van
een breed en gevarieerd aanbod van voorzieningen; (c) het stimuleren van
samenwerking tussen organisaties en (d) het bieden van
ontmoetingsplaatsen. Uit ons onderzoek kwam naar voren dat het concept in Olst-Wijhe
succesvol was. Het voorzieningenniveau bleef de afgelopen vijftien jaar
op peil en ook de andere doelen werden gerealiseerd. Het
kulturhusconcept bleek een goed stuk gereedschap. Er waren zeven
succesfactoren:
De voorhoederol die de gemeente speelde door niet alleen te
initiëren, maar ook daadwerkelijk zelf te participeren (met name in het
cultuurhuis in Olst);
De stevige driepoot die werd gevormd door gemeente,
woningstichting en exploitatiestichting, tot uiting komend in een hechte
samenwerking;
De professionaliteit van de exploitatiestichting, mede tot uitdrukking komend in haar ‘outreachende’ werkwijze;
De samenwerking tussen de partners, in het bijzonder de professionele dienstverleners;
De kwalitatief goede accommodaties (zie onder);
De sterke lokale verankering van alle betrokkenen;
Het consistente ambtelijke en politieke draagvlak door de jaren heen.
De werkwijze in Olst-Wijhe leert dat als structuur en
(bedrijfs)cultuur elkaar versterken én er wordt ingezet op duurzaam
succes (in plaats van op korte termijnresultaten), beleidsinspanningen
hun vruchten kunnen afwerpen. In de gemeente is een soort
dorpsonderneming ontstaan die de komende jaren in tenminste twee
opzichten meerwaarde kan hebben:
In het sociaal domein als uitvoeringsorganisatie die de
verbinding kan leggen tussen enerzijds cultuur en sport en anderzijds
zorg en participatie;
Met betrekking tot wat wel wordt genoemd maatschappelijk
vastgoed. Meestal is dit in eigendom van de gemeente of van een
woningcorporatie, soms is het in bezit van de gebruikers zelf. Het
beheer over dit vastgoed vormt geregeld een probleem. Gemeenten willen
het beheer soms niet (meer) uitvoeren (vanwege de uitkomst van
bijvoorbeeld een kerntakendiscussie) en corporaties mogen het niet meer
doen (door veranderde wet- & regelgeving). Voor gebruikers is het
soms een te grote (organisatorische) last. Toch blijft er natuurlijk
altijd behoefte bestaan aan adequaat beheer. Denk aan
sport-accommodaties, maar denk ook aan buurthuizen, oefenruimten,
welzijnscentra ed. Het is een zegen als er lokaal een partij is die in
dit gat kan springen en het beheer op zich kan nemen.
De exploitatiestichting in Olst-Wijhe is, gesteund door gemeente en
woningstichting, erin geslaagd deze sleutelrol met succes te vervullen.
De stichting (thans ut Huus geheten) beheert inmiddels niet alleen een cultuurhuis, maar ook een bezoekerscentrum en diverse sportaccommodaties.