Zoeken in deze blog

woensdag 6 november 2024

Benut de cultuurconvenanten voor gemeenschappelijke doelen en een zorgplicht

Deze week volgde ik een webinar van de Erfgoedacademie over wijzigingen in de Erfgoedwet en las ik met plezier de blogpost van Mark Deckers over de belangrijkste veranderingen in de Bibliotheekwet. Een rode draad in de veranderingen is dat ze pogen de coördinatie tussen de overheden te verbeteren. Het kan dus wel: cultuurwetten aanpassen om te zorgen voor een betere afstemming tussen rijk, provincies en gemeenten. Waarom het dan zo lang  moet duren voordat de Wet op het specifiek cultuurbeleid wordt gewijzigd, is mij onduidelijk. Ik zou zeggen: hoogste tijd voor een bypass.

Het advies van de Raad voor Cultuur over het vernieuwen van het culturele bestel is inmiddels bijna een jaar oud (Toegang tot cultuur, jan. 2024). Het advies bepleit een duidelijkere taakverdeling en betere afstemming tussen overheden waarbij de zorg voor cultuur wordt verankerd en er betere afstemmingsmechanismen komen, zodat “de verschillende bestuurslagen meer als één overheid verantwoordelijkheid nemen voor cultuur in Nederland.” Naar mijn mening hoeft deze wetgeving niet te wachten op de invoering van andere voorstellen die de raad heeft gedaan, maar is er alle reden om de noodzakelijke veranderingen nú te agenderen.


Werken als één overheid

Het culturele stelsel functioneert door zijn vele onderlinge afhankelijkheden als een raderwerk. Dat gedijt bij een duurzame taakopvatting van de overheden die in wetgeving en bestuurlijke afspraken wordt geborgd. Het cultuurbestel is erbij gebaat wanneer rijk, provincies en gemeenten het stelsel tegemoet treden ‘als één overheid’ (zie ook de Studiegroep IFV 2020).  Op dit moment is dat niet het geval, waardoor er helaas sprake is van:

  • Witte vlekken in (delen van) het culturele aanbod, zowel provinciaal als lokaal.
  • Uitholling van de financiële steun van gemeenten voor kunst en cultuur, zeker nu het Ravijnjaar 2026 nog altijd dreigt.
  • Blinde vlekken bij de rijkscultuurfondsen waar het gaat om het belang van de regio.
  • Wisselende arrangementen die worden getroffen om tekortkomingen te compenseren, zoals de stedelijke cultuurregio’s.

Een wet met gezamenlijke doelen en een zorgplicht

Een eerste stap om tot meer coördinatie tussen de overheden te komen is het formuleren van duidelijke gezamenlijke doelen van beleid. Al in 2017 adviseerde de Raad voor Cultuur (in de verkenning Cultuur voor stad, land en regio) om inspirerende en herkenbare doelstellingen te formuleren die richtinggevend zouden kunnen zijn voor Rijk, gemeenten én provincies. De raad bepleitte het vaststellen en verankeren van de volgende doelen :

  • Dat creatieve en kunstzinnige talenten kansen en mogelijkheden krijgen om zich artistiek te ontplooien.
  • Dat iedereen, ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, inkomen en woonplaats, toegang heeft tot cultuur.
  • Dat er een pluriform aanbod van cultuur is gegarandeerd, waarin het bestaande wordt gekoesterd en het nieuwe wordt omarmd.
  • Dat er een veilige haven is voor cultuur om te kunnen reflecteren op de samenleving en haar burgers, waarop ook kritiek geleverd kan worden.

Deze doelen zijn een stuk concreter dan de tekst die nu in de wet staat en brengen, als wordt bepaald dat ze voor álle overheden gelden, een gecoördineerde aanpak een stuk dichterbij. En als daaraan wordt toegevoegd dat gemeenten groter dan 30.000 inwoners een zorgplicht hebben voor voldoende (en voldoende toegeruste) podia en presentatieplekken dan zijn we een eind gevorderd op de weg naar het waarborgen van het culturele leven in ons land.


Bypass: de cultuurconvenanten

Op dit moment wordt in het land door beleidsadviseurs van rijk, provincies en gemeenten druk gewerkt aan het maken van nieuwe cultuurconvenanten voor de komende vier jaar. Het is altijd moeilijk om die convenanten ook beleidsrijk te maken. Meestal zijn het niet meer dan betaalafspraken tussen de overheden, waarbij al bij voorbaat vast staat over welke organisaties die afspraken gaan. Een goede toevoeging zou ditmaal zijn dat de overheden al vooruit lopen op het traject van wetswijziging en in de convenanten de gemeenschappelijke doelen van beleid opnemen en de zorgplicht voor podia en presentatieplekken (zie hiervoor) en hierbij streven naar een functioneren ‘als één overheid’.  Ik roep het IPO en de VNG op om hun leden in deze richting te adviseren en hoop dat het rijk nu eindelijk deze ‘stap naar voren’ durft te zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten