Zoeken in deze blog

woensdag 27 augustus 2025

De creatieve cyclus moet functioneren

Gemeenten, maar ook provincies vinden het vaak belangrijk om wat wordt genoemd een ‘makersklimaat’ te hebben. Zij hechten er waarde aan dat kunstenaars en kunstinstellingen binnen hun gebied actief zijn en producten of producties maken. Eigenlijk is dat best bijzonder, want bezien vanuit het rijk of vanuit de taakverdeling tussen de overheden hebben gemeenten en provincies helemaal geen taak in het stimuleren van culturele producties. Dit is maar één van de vele aanwijzingen dat er de formele taakverdeling tussen de overheden is achterhaald en dat er behoefte is aan een actuele wettelijke basis onder het kunstbeleid.

De creatieve cyclus

Met makersklimaat bedoel ik een situatie waarin de randvoorwaarden zodanig zijn dat (groepen van) creatieven zich ergens vestigen en tot het maken van allerlei vormen van zuivere of toegepaste kunst overgaan. Belangrijk is het inzicht (getuige de regionale cultuurprofielen) dat velen vinden dat een stad of regio in cultureel opzicht pas interessant wordt als daar niet alleen kunst wordt geconsumeerd, maar ook geproduceerd.

Het concept van de creatieve cyclus gebruik ik vaak om gemeentelijk cultuurbeleid te ordenen en inzichtelijk te maken voor bestuurders en gemeenteraadsleden. Het is een eenvoudig analysemodel, dat snel duidelijk maakt waar een gemeente sterk in staat en waar hiaten zijn. Ieder creatief proces kent een aantal vaste stappen: eerst moeten er vaardigheden worden geleerd, vervolgens moeten deze worden aangewend om een creatief product te maken, daarna kan het product aan een publiek worden gepresenteerd en als er veel draagvlak voor deze kunstuiting is zal deze wortelen in de samenleving en de basis vormen voor het ontstaan van weer nieuwe creatieve uitingen (en ketens). Met deze blik kan ook naar de culturele voorzieningen van een gemeente worden gekeken:
  • Leren: het reguliere onderwijs, muziekscholen, creativiteitscentra, amateurkunstverenigingen.
  • Produceren: oefenruimten voor amateurkunst-verenigingen, dansgroepen en bands; werk-, oefen- en repetitieruimten voor professionele kunstenaars.
  • Presenteren: podia, musea, festivals, galeries, bibliotheken. En ook pleinen en parken.
  • Interesseren: marketing, sponsoring, mecenaat. 

Essentieel voor het concept van de creatieve cyclus is het inzicht dat de schakels in elkaar grijpen en elkaar versterken en dat het omgekeerd zo is dat een zwakke schakel de kracht van de hele cyclus aantast.

Onze economie wordt steeds cultureler 

Door het toenemende belang van de symbolische inhoud van producten en diensten heeft onze economie een alsmaar stijgende behoefte aan vernieuwende en creatieve impulsen. Sommigen spreken in dit verband van een culturele economie. Veel goederen die in deze vorm van creatief-zakelijke dienstverlening worden geproduceerd zijn gericht op de behoefte aan persoonlijke groei en individuele zelfbevestiging, aan amusement en aan verfraaiing en decoratie. Cosmetica, juwelen en sieraden, reclame, entertainment, radio en televisie, film, fotografie, grafische vormgeving, interieurverzorging, meubelindustrie, architectuur, toerisme, vrijetijdsindustrie, nieuwe media, boeken- en tijdschriftuitgeverijen: het zijn alle sectoren waarin verhandelbare producten en diensten worden voortgebracht die hun concurrentiekracht ontlenen aan de wijze waarop ze aansluiten bij de persoonlijke leefstijlen, de behoefte van mensen aan versiering en esthetisering, aan ontspanning en vertier, of de wijze waarop ze dienen als bronnen van informatie en persoonlijke bewustwording. Hun functioneel nut is ondergeschikt aan het vermogen tot psychische verleiding en ontroering. Ze bestaan bij de gratie van creativiteit. Het creatieve deel in de huidige economie groeit snel. Je zou kunnen zeggen dat, terwijl cultuuruitingen steeds commerciëler worden, de economie juist cultureler wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten