
Winkelstraten kampen
steeds meer met leegstand en in krimpgebieden vechten kleine kernen tegen
bevolkingsdaling en het verdwijnen van voorzieningen. Culturele organisaties
zoals bibliotheken, kunstencentra, filmhuizen et cetera kunnen hier uitkomst
bieden. Met een scala aan activiteiten en een laagdrempelige toegang kunnen zij
zorgen voor reuring en dienstverlening.
Goed
nieuws voor gemeenten
Gemeentebesturen zoeken nijver naar manieren om de bevolkingsdaling te
dempen en de gevolgen van online winkelen tegen te gaan. Ze zoeken impulsen
voor hun winkelstraten en substituten voor voorzieningen die al zijn verdwenen:
de detailhandel, de horeca, het buurthuis, het bankfiliaal, het postkantoor.
Voor deze gemeenten is er goed nieuws: culturele organisaties zijn tegenwoordig
breed georiënteerd, kijk bijvoorbeeld naar de openbare bibliotheek. Die doet inmiddels
veel meer dan alleen boeken uitlenen. Op allerlei manieren werkt zij aan de
persoonlijke ontwikkeling van mensen. Zij leent nog steeds fysieke boeken uit,
maar organiseert daarnaast lezingen, zorgt voor taallessen, heeft een
cursusaanbod, helpt mensen die niet digivaardig zijn, bestrijdt
laaggeletterdheid, ondersteunt vluchtelingen en biedt werk- en studieplekken
voor jong en oud.
De bibliotheek doet dit niet alleen. Er wordt samengewerkt met
organisaties als het UWV, het COA, de welzijnsorganisatie, het Zorgloket ed. Op
steeds meer plekken ontpopt de bibliotheek zich als een plek waar bewoners
moeten zijn om zich als burger te kunnen ontwikkelen en manifesteren. Daarbij ondersteunt
de bibliotheek mensen op allerlei manieren, wat vaak gebeurt door
vrijwilligers. Zij zijn het die het lezen op de basisscholen bevorderen, die boeken
bij ouderen langs brengen, die mensen leren hun belastingformulier te uploaden
of die als taalmaatje een vluchteling helpen met Nederlands.
Sociale motor
En waartoe
leidt dit? Tot bibliotheken maar ook kunstencentra en andere multifunctionele
culturele voorzieningen waar het een komen en gaan is van mensen die koffie
willen drinken, de krant willen lezen, willen studeren, een vergunning moeten
aanvragen (het digiloket), een bijeenkomst willen bijwonen, de taal willen
leren, een baan zoeken, een adviseur willen raadplegen. Waarbij het een
prachtig gegeven is dat al die culturele instellingen een neutrale plek zijn waar
je zomaar naar binnen kunt gaan zonder dat iemand er iets van denkt of vindt.
Iedereen mag er zijn en niemand die iets van je moet. Geen wonder dat ze zo’n aantrekkingskracht
hebben.
Gemeenten doen
er goed aan om hiermee strategisch om te gaan. Culturele initiatieven hebben de
potentie om de reuring terug te brengen in winkelstraten die wegkwijnen en in
stadskernen die uitdoven. De gemeente hoeft daarvoor maar twee dingen te doen:
een centraal gelegen gebouw (liefst een pand met uitstraling) beschikbaar
stellen en de culturele organisatie aansporen om zich met behulp van vrijwilligers
en partners te ontpoppen als sociale motor. Culturele organisaties maken een
woongebied interessant en levendig. En tegelijkertijd kunnen zij een belangrijke
samenbindende functie vervullen voor de lokale bevolking als plek van ontmoeting,
contact en uitwisseling: belangrijk in een tijd waarin individualisering en
culturele diversiteit soms leiden tot vervreemding en segregatie.
Applaus!
BeantwoordenVerwijderenWat een super idee!
BeantwoordenVerwijderen