Bijna tweederde van alle
overheidssubsidies voor cultuur komt van de gemeenten. Tegelijkertijd
krijgen gemeenten extra taken rond werk, jeugdzorg en zorg voor
langdurig zieken en ouderen. Welke keuzes gaan gemeentebesturen maken?
Blijft de cultuursector op peil of worden gemeentelijke middelen straks
ingezet om financiële tekorten elders op te vangen? Dat zou zeer
onverstandig zijn. Cultuur is een onmisbare bron voor welzijn en
welvaart. Ook bij taakverzwaring en bezuinigingen is het mogelijk om te
werken aan een culturele stad.
Cultuurbeleid is een
kerntaak is van het lokale bestuur. Dit werd voor het eerst expliciet
onderkend door Gerrit van Poelje, de grondlegger van de bestuurskunde in
Nederland en onder meer secretaris-generaal op het ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Hij zag voor de gemeente vier
kernrollen: leerschool van de democratie, bemiddelaar bij tegengestelde
belangen, aanspreekbare uitvoeringsorganisatie én drager van
cultuurpolitieke verantwoordelijkheid. Deze rollen zijn nog steeds
relevant, zeker ook voor de kunsten en voor het cultuurbehoud. Via hun
culturele politiek benadrukken gemeenten, uit naam van de burger, het
belang van voorzieningen die belangrijk zijn voor onze bildung.
Gemeenten zijn cruciaal voor ons culturele leven. Bijna tweederde van
alle overheidssubsidies aan cultuur komt van de gemeenten. Het
gemiddelde bedrag per inwoner ligt op dit moment op 98 euro. Daarbij
geldt: hoe groter de stad, hoe meer geld er naar cultuur gaat. Per
inwoner spenderen de grote steden ruim twee keer zoveel als het
landelijk gemiddelde. Hoe ontwikkelen deze uitgaven zich de komende
jaren nu de gemeenten er zware taken bij hebben gekregen? Komt kunst en
cultuur in de verdrukking? Of ontstaan er nieuwe dwarsverbanden,
bijvoorbeeld tussen cultuur, zorg en welzijn?
Gemeenten die kunst en cultuur in de verdrukking laten komen, snijden
zichzelf in de vingers. Pennywise, poundfoolish. Cultuur is cruciaal
voor het welzijn en de welvaart van gemeenten en steden. De succesvolle
steden van morgen zijn de steden die de gunst winnen van de vier b’s:
bedrijven, bezoekers, bewoners en bollebozen. Het zijn deze steden die
mensen duurzaam aantrekken en uitdagen. Waar een gezond spanningsveld
bestaat tussen traditie en vooruitgang, tussen ordening en vrijheid.
Daar worden jonge mensen opgeleid, komt hun creatief vermogen tot wasdom
en worden zij in algemene zin gevormd. Om die blijvende
aantrekkingskracht te realiseren, zijn zes elementen nodig, zes
bouwstenen voor een culturele stad.
Allereerst moet zo’n stad beschikken over een pluriform cultuuraanbod.
Hoe rijker en meer divers het aanbod is, hoe levendiger het culturele
klimaat. De tweede bouwsteen is het productieklimaat. Voor een stad is
het van groot belang dat kunst en cultuur niet alleen ingevlogen worden,
maar ook ter plaatse worden geproduceerd. Een stad van makers kenmerkt
zich door een innovatief klimaat. Verwant aan het productieklimaat is
het intellectuele klimaat. Dat heeft te maken met nieuwsgierigheid,
openheid van geest en openbare meningsvorming. De derde bouwsteen zijn
clusters en netwerken. De culturele sector en zeker ook de creatieve
industrie zijn afhankelijk van direct persoonlijk contact en van de
ruimtelijke clustering van gelijksoortige bedrijvigheid: de ‘creatieve
milieus’.
Een vierde
bouwsteen is stedenbouwkundige kwaliteit en diversiteit. Essentieel voor
de culturele beleving van een stad zijn: menging van wonen, werken,
winkelen en recreëren, kleine bouwblokken, een mix van oude en nieuwe
gebouwen en voldoende dichtheid. Ook een belangrijke bouwsteen is het
cultureel erfgoed. Veelzeggend is dat reisgidsen de attractiviteit van
steden vaak relateren aan de aanwezigheid van cultuurhistorische
elementen: de groene gidsen van Michelin zijn er vanaf 1900 zelfs op
gebaseerd (de reis waard; een omweg waard; interessant).Traditionele
culturele uitingsvormen, monumenten, roerend erfgoed, culturele
organisaties en plekken van cultuurbehoud vormen samen de kern (ook wel:
het dna) van de culturele stad. Hoe onveranderlijk die kern ook is,voor
het behoud hiervan zijn beleid en financiële middelen nodig. Het is de
moeite waard om deze kern in de schijnwerper te plaatsen en te benutten
als vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen.
En dan is er nog is die ene,
onmisbare bouwsteen: een overheid met ambitie.In de meeste West-Europese
landen gedijt cultuur dankzij een mengvorm van overheidssteun en
marktwerking. In Nederland ligt het zwaartepunt bij de overheid, al is
dit aan het veranderen.
Met de
zes bouwstenen van de culturele stad hebben bestuurders een mengpaneel
in handen, met in het hart het culturele erfgoed. Op dit kompas kunnen
lokale bestuurders koersen, ook als de zee ruw wordt door taakverzwaring
en schaarse middelen in het sociale domein.
Iedere opdrachtgever weet wat hij wil. Maar niet iedere opdrachtgever weet wat er nodig is. Het verschil daartussen is de waarde die ik toevoeg. Bij bureau Berenschot werk ik als adviseur en interim-manager in de culturele sector. Ik wijs de weg, help en zorg dat als een opdracht is voltooid, de situatie beter is dan toen ik kwam. Mijn drijfveer is om overheden en culturele organisaties verder te brengen. Met deze blog deel ik mijn ervaringen, inzichten, tips en adviezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten